Overzicht EMU-saldo en kengetallen treasury

(bedragen x 1.000)

Realisatie 2014

Begroting 2015

Begroting 2016

1

Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)

7.428

-6.446

31

2

Afschrijvingen ten laste van de exploitatie

29.423

29.000

29.000

3

Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie?

37.999

1.393

3.437

4

Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd

-69.694

-44.087

- 30.170

5

Ontvangen bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overige in mindering gebracht op de onder post 4 bedoelde investeringen

18.484

13.500

13.500

6

Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa:

69.379

a

Opbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs)

b

Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa

7

Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d.

-28.518

-24.549

- 35.679

8

Grondverkopen:

37.883

42.223

28.335

a

Opbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs)

b

Boekwinst op verkoop grond

9

Betalingen ten laste van de voorzieningen

-8.158

-4.788

- 5.684

10

Betalingen die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten

11

Verkoop van aandelen:

nee

nee

nee

Berekend Emu-saldo

94.226

6.246

2.770

Kengetallen  treasury 

ultimo's

ultimo's

ultimo's

gemiddeld

gemiddeld

(Bedragen  * 1 miljoen.)

Jaarrek.

Jaarrek.

Jaarrek.

Begroting

Begroting

Jaar 

2012

2013

2014

2015

2016

Omvang begroting 

498

506

547

600

625

Netto schuld quote (netto schuld/begrotingsomvang)

80%

78%

55%

45%

44%

Netto langlopende schuld quote (netto ll. schuld/begr. omvang) 

68%

67%

46%

37%

36%

Solvabiliteit ( Eigen Vermogen / Vreemd Vermogen)

15%

17%

18%

18%

18%

Netto rentelast (rentelasten -/- renteopbrengsten)

18,8

17,5

16,8

14,7

13,9

Netto rentelast / begrotingsomvang 

3,8%

3,5%

3,1%

2,5%

2,2%

Gemiddelde rentevoet geldleningen OG t.b.v. gem. financiering

3,90%

3,70%

3,70%

3,60%

3,60%

Geldleningen OG (opgenomen gelden) 

501

473

442

408

368

.. waarvan voor de gemeentelijke financiering

366

367

354

333

295

.. waarvan voor de  woningbouwcorporaties

135

106

88

75

73

Geldleningen UG (uitgeleende gelden)  

162

134

189

187

170

.. waarvan doorgeleend aan de woningbouwcorporaties 

135

106

88

75

73

...waarvan uitgeleend aan overige instellingen 

27

28

101

112

97

Netto langlopende schuld (geldleningen OG – UG)

339

339

253

221

198

Kortlopende schuld (gemiddeld) 

61

55

48

48

48

Rentelasten kortlopende schuld 

0,21

0,12

0,13

0,14

0,00

Rentelasten geldleningen OG  + rente res. & vrz. en vbb.

25,6

23,6

21,7

22,7

20,9

.. waarvan geldleningen OG t.b.v. gemeentelijke  financiering

14,4

13,5

13,3

12,4

10,8

.. waarvan geldleningen OG t.b.v. de woningbouwcorporaties

5,5

4,9

3,4

3,4

2,8

.. over reserves, voorz. en vooruitbetaalde bedragen (vbb) 

5,7

5,2

5,0

6,9

7,3

Rente opbrengsten geldleningen UG

7

6

5

8

7

..van geldleningen UG aan de woningbouwcorporaties

6

5

4

3

3

..van geldleningen aan overige instellingen 

1

1

1

5

4

Intern doorbelaste rente (tegen omslagrente)

24

23

21

23

18

Gewaarborgde leningen door Breda (met hyp. zekerheid)

13

13

15

15

15

Achtervangpositie Breda bij het WEW

1.262

1.221

1.201

1.140

1.140

Achtervangpositie Breda bij het WSW 

1.644

1.597

1.589

1.566

1.566

.. leningen verstrekt aan woningbouwcorp. door derden

1.509

1.491

1.501

1.491

1.491

.. leningen verstrekt aan woningbouwcorp. door Breda

135

106

88

75

75

  • Bovenstaande kengetallen zijn berekend voor enkel de langlopende schuld en de rentelasten/baten van de langlopende schuld en – uitzettingen geregistreerd bij de treasury.   
  • De netto schuldquote daalde fors in 2015, door toename van de begrotingsomvang (effect drie decentralisaties) en daling van de netto schuld. De netto schuld  daalde door uitgifte van een lening van € 74.5 miljoen aan Breedsaam (overname som boekwaarde schoolgebouwen).
  • Het totaal aan geldleningen OG neemt de afgelopen jaren o.a. af door reguliere aflossingen op de doorgeleende woningbouwleningen
  • De rentelasten van de leningen OG waarmee de gemeentelijke activa zijn gefinancierd nemen af als gevolg van de rentedaling op de kapitaalmarkt. Herfinanciering gebeurt tegen lagere rentepercentages. De rentelasten voor de doorgeleende woningbouwleningen nemen af als gevolg van de teruglopende omvang. De bespaarde rente (= berekende rente over reserves, voorzieningen) neemt sinds jaren weer toe door de toename van de reserves.
  • De door de gemeente gewaarborgde leningen aan sportclubs, zorginstellingen (vanuit het verleden) en onderwijs (onder andere de internationale school) nemen in 2018 toe met ongeveer € 12,5 miljoen. Per 2018 neemt Building Breda leningen op onder de in 2013 verstrekte gemeentegarantie van € 17,5 miljoen.
  • Breda was achtervang bij het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) van 1995 (start van de Nationale Hypotheek Garantie) tot 2011. Per 1 januari 2011 beëindigden gemeenten de achtervang bij het WEW en neemt het Rijk voor 100% de achtervang in. Gemeenten houden de achtervang voor de afgegeven garanties van 1995 tot 2011. Het gegarandeerd bedrag neemt de komende jaren verder af door aflossingen op de hypotheken. De afname is beperkt omdat veel hypotheken voor 2011 aflossingsvrij zijn.

Breda is achtervang bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Het WSW waarborgt de geldleningen aan in Breda werkende woningbouwcorporaties. Een deel ervan gaat over leningen die Breda aan de corporaties verstrekte.